Steun ons!

Wij zijn Jaco en Lydia van der Worp, trotse ouders van Rebekah en Sam. Rebekah is sinds 2014 bij ons en met Sam zijn we nu een aantal weken thuis. Het was een adoptiereis om nooit te vergeten. Alles liep anders dan verwacht, zowel voor ons als voor Wereldkinderen en Abba.


In februari hoorden we dat er een zoon op ons wacht in Zuid-Afrika, zijn naam is Sam en hij is 2,5 jaar oud. Het plan was afreizen op 19 maart, overdracht op 23 maart en terugvliegen op 17 april. Begin maart boekten we de tickets en begonnen we met de voorbereidingen. In dezelfde periode kwam het coronavirus naar Nederland en maakte Zuid-Afrika melding van de eerste besmetting.


Toen de president van Zuid-Afrika aankondigde dat het land op woensdag 18 maart op slot zou gaan, hebben we na overleg met Wereldkinderen en Abba onze reis twee dagen vervroegd. Op 17 maart vlogen we met een andere Nederlandse familie naar Zuid-Afrika. We gingen vol vertrouwen naar onze zoon, met in het achterhoofd dat dingen anders zouden kunnen gaan lopen dan vooraf bedacht en gepland. Wat was het echter fijn om daar samen met een ander gezin te zitten, die precies in hetzelfde schuitje zaten en waarbij alles precies hetzelfde verliep.


Aangekomen in Zuid-Afrika moesten we twee weken in quarantaine in het guesthouse waar we verbleven. De reden was dat Nederland als hoog risico land aangemerkt was. De adoptie en rechtbank werd tot na die periode uitgesteld. In de tweede week echter begon in Zuid-Afrika een zeer strenge lockdown die drie weken zou duren, dat was een domper voor ons. Opnieuw werd alles uitgesteld, onze zoon kwam nog niet. Na twee weken lockdown werd aangekondigd dat de lockdown verlengd zou worden met nogmaals 2 weken. We wisten het even niet meer en alles was heel onzeker. Op de achtergrond was Abba heel hard voor ons aan het werk. Uiteindelijk hebben ze de rechtbank overtuigd van het belang om Sam bij ons te plaatsen. De rechtbank ging akkoord, het was voor Sam beter om bij ons te zijn en we waren de hele tijd in quarantaine. Op de dag dat we eigenlijk terug moesten vliegen, hoorden we dat 22 april onze omarmdag zou worden. Wat een goed nieuws en wat waren we blij. Omdat het nog steeds lockdown was, konden we Sam niet ophalen en werd hij op 22 april bij het guesthouse gebracht. Wat waren we gelukkig, wij als ouders en Rebekah als grote zus.

Op 29 april moesten we naar de rechtbank, maar de kinderen mochten niet mee. Reden was dat kinderen tijdens de lockdown niet over straat mochten. Lizl, contactpersoon van Abba was de babysitter. Dit had ze nog nooit eerder gedaan voor adoptiekinderen, het ging heel goed. Lizl gaf aan dat de kinderen het boven verwachting goed deden in de beide families. Mogelijk dat dit ook kwam doordat we al ruim vijf weken in Zuid-Afrika waren, en daar een eigen dagritme en structuur ontwikkeld hadden. De overige weken bleef de lockdown geldig, ook al werden de regels naarmate de lockdown langer duurde, wat versoepeld.

Door de lockdown mochten we nergens heen, voor het wennen en hechten was dit wel een voordeel. We merken nu dat Sam echt heel vertrouwd met ons is, waar we ook zijn.


De resterende weken genoten we van elkaar en konden we voorzichtig nadenken over de terugreis. Nog niet alle kantoren waren open voor de papieren en reguliere vluchten gingen nog niet. Gelukkig konden we een repatriëringsvlucht boeken met Qatar Airways. Het paspoort voor Sam hadden we hiervoor echter wel eerder nodig dan gebruikelijk. Dat was nog heel spannend, maar mede dankzij de inzet van Wereldkinderen konden we deze op tijd ophalen bij een gesloten Nederlandse ambassade.


Uiteindelijk zijn we ruim 10 weken in Zuid-Afrika geweest, een hele bijzondere tijd. We waren onder de indruk van het beleid in Zuid-Afrika, van de president en de veerkracht van de mensen. Het belangrijkste is dat we met onze prachtige zoon Sam thuisgekomen zijn en hem een toekomst in een gezin kunnen geven.